In ons laboratorium doen wij onze eigen onderzoeken naar veel voorkomende ziekten
Wij beschikken over een klein laboratorium waarbij wij in beperkte mate zelf onderzoek kunnen doen naar veel voorkomende ziekten. U kunt bij ons terecht voor melk- en mest onderzoek.
Het inzetten van een melkmonster kan meerdere doelen dienen. Uiteraard om bij mastitis te onderzoeken met welke kiem een specifiek koe is besmet en waar u haar (op basis van gevoeligheid) het beste mee kunt behandelen. Maar ook om zicht te krijgen op welke kiemen er voornamelijk bij u op het bedrijf een rol spelen om zodoende uw standaard behandelprotocol (BBP) daar op af te stemmen.
Diarree en slechte groei kunnen aanleiding zijn om mestonderzoek te doen. Omdat hieraan meerdere oorzaken ten grondslag kunnen liggen, is het van belang om een goede diagnose stellen. Behandelingen verschillen wezenlijk tussen verschillende oorzaken.
Onderzoek van mest op wormen of de eieren daarvan is bij ons mogelijk voor alle landbouwhuisdieren. Onderzoek op aanwezigheid van wormen c.q. wormeieren na een behandeling geeft bovendien goede informatie over mogelijke resistentie tegen de door u gebruikte ontwormingsmiddelen. Zoals bacteriën resistent kunnen worden tegen antibiotica kunnen wormen dat ook tegen ontwormingsmiddelen. Regelmatig onderzoek op aanwezigheid van een wormbesmetting kan een hoop onnodige behandelingen schelen en voorkomt bovendien resistentievorming. Aan de hand van een wormtelling bepalen wij of ontworming op dat moment zinvol is.
Bij kalveren is diarree in de eerste levensweken de grootste oorzaak van antibioticagebruik. Optimalisatie van de opfok(omstandigheden) is een zeer belangrijk onderdeel in de aanpak van diarreeproblematiek. Als echter de problemen daarmee niet verholpen zijn, is extra informatie over de veroorzaker wenselijk. De behandeling van de verschillende verwekkers verschilt wezenlijk.
Wij kunnen onderzoek doen naar de vijf meest voorkomende oorzaken van diarree.
Kalveren worden zonder afweer geboren, deze krijgen ze als eerste via de biest van hun moeder mee. Omdat de kwaliteit en kwantiteit (hoeveelheid) wisselend kan zijn, kan het van belang zijn om op kalf niveau te bepalen of hun afweer voldoende op gang is gekomen. De eerste afweer die ze via de biest van hun moeder meekrijgen is de belangrijkste start die u aan uw (fok)kalveren mee kan geven.
Groeien uw kalveren niet genoeg, hebben ze last van diarree of luchtwegproblemen? Laat dan controleren of de kalveren voldoende antilichamen binnen krijgen via de biest. Van kalveren van twee-vijf dagen oud, wordt bloed afgenomen en op de praktijk wordt de antilichaamtiter bepaald. Aan de hand van de uitslag kan er dan verder bekeken worden wat er goed of fout gaat bij de biestverstrekking.
Menu
Cookies helpen ons jou de beste gebruikservaring te bieden. Lees meer.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou van andere gebruikers op de website te onderscheiden. Hiermee kunnen we jou een goede gebruikservaring op de website bieden en deze blijven optimaliseren. Bekijk ons cookiebeleid.
We gebruiken drie verschillende cookietypes op onze website. Je voorkeur kan je hieronder aangeven.
Deze cookies zijn nodig om de website te laten werken. Zij worden altijd geplaatst.